Route en verhaal


Sardinië 2012 weergeven op een grotere kaart

Vrijdag 19 oktober 2012: Heenreis
Even voor 5:00 uur gaat de wekker. Vroeg, maar dan hebben we tenminste tijd voor een fatsoenlijk ontbijt voordat we om 7:18 uur detrein naar Schiphol nemen. Die heeft een kwartier vertraging, maar wegens de voorspelbaarheid, was dat ingecalculeerd.
De eerste vlucht met KLM naar Milaan is propvol, maar gaat op tijd en verloopt voorspoedig. We moeten een uur wachten in Milaan en in die tijd moeten we voor de vlucht naar Cagliari opnieuw inchecken, behalve de koffers, die op Schiphol al doorgelabeld zijn. Ouderwets met een bus worden we naar het vliegtuig gebracht en dan stappen we voor nog een – iets vertraagde - vlucht van anderhalf uur weer in. Dit vliegtuig is alles behalve vol, dus we zitten lekker comfortabel. Zodra we bij de bagageband aan komen lopen, zien we onze koffers al. Wat een voorspoed tot nu toe! 
Het is bewolkt in Cagliari, maar we voelen de warmte, zo’n 25 graden. We blijven voor één nachtje in een hotel in Noord Cagliari en die weten we – met dank aan de tekening die de autoverhuurder voor ons maakte – toch nog in drie keer te vinden. Het is dan al 17:00 uur, dus we hebben er een hele dag op zitten. Eigenlijk te lang voor zo’n korte afstand, maar ja. We droppen de spullen in de snikhete kamer en doen dan een kleine boodschap in de super om de hoek. Daarna willen we wel een hapje eten buiten de deur, maar na een uur rondlopen hebben we de McDonalds niet kunnen vinden (die toch in de buurt zou moeten zitten) en ook geen alternatief. We lopen dan maar opnieuw een supermarkt in en kopen ciabatta’s, kaas en tomaten om in ieder geval een fatsóenlijke broodmaaltijd te kunnen nuttigen. Na een heerlijke, verkoelende douche liggen we er op tijd in.

Zaterdag 20 oktober 2012: Naar Alghero
Naar Alghero, in het noordwesten van Sardinië, is het ruim 200 km rijden. Maar goed dat we daar gisteren niet aan begonnen zijn. We kunnen uitgebreid ontbijten in het hotel en gaan tegen 11:00 uur op weg. De eerste kilometers zijn niet zo mooi; rond Cagliari is het droog en dor en nog veel te druk. Hoe noordelijker we komen, hoe groener en ook heuvelachtiger het landschap wordt. Hoewel we een aantal bezienswaardigheden passeren, rijden we die voorbij omdat we gewoon een keer ergens op tijd willen arriveren. Maar dat er geen aantrekkelijke pauzegelegenheid langs de ‘snel’weg te vinden is, hadden we ook weer niet verwacht. We hebben best behoefte aan een pauze, want het is behoorlijk warm geworden, zo'n 30 graden. Maar we rijden dus in één stuk in drie uur naar Alghero. Daar moeten we bij het bezoekerscentrum de weg vragen naar onze accommodatie voor de komende vijf dagen, want dat ligt behoorlijk afgelegen en staat dus op geen enkele kaart. We vinden de kleurrijke huisjes tussen de wijngaarden en kunnen ons even later in een leuk huisje installeren. Dit is nou wat ze noemen "Agri Tourismo". We lijken de enigen hier, maar de gastvrouw verzekert ons dat ze ‘vol’ is, met nog een aantal Nederlanders. We rijden terug naar Alghero voor een boodschap; vanavond koken we lekker zelf. En hoe kan het ook anders; het wordt pasta.

Zondag 21 oktober 2012: Alghero
Na al dat gereis de afgelopen dagen, blijven we vandaag lekker in de buurt. Alghero is een leuk, toeristisch plaatsje met een historisch centrum en een grote haven. Ten noorden van het stadje ligt een kilometers lang strand, dat ook erg in trek is bij de Italianen zelf. Alghero schijnt doordrenkt te zijn van Catalaanse invloeden; veel inwoners spreken zelfs liever Catalaans dan Italiaans en de straatnaambordjes zijn soms tweetalig. En omdat Alghero op dezelfde breedtegraad als Barcelona ligt, wordt het "klein Barcelona" genoemd. We lopen eerst een uurtje over de stadsmuur met bastions en torens, om vervolgens door een paar straatjes van de oude stad te slenteren. Eettentjes zijn er genoeg en ook is er voldoende plek om gewoon even te zitten en mensen te kijken. Toch hebben we na zo'n 2,5 uur wandelen wel het idee dat we een goede indruk hebben van het plaatsje. De link met Catalonië of Barcelona hebben we niet kunnen vinden. We doen wat maar weinig keren in onze vakanties voorkomt: we gaan terug naar de accomodatie om gewoon even te luieren (en internetten...). Vanavond gaan we zeker even terug om te eten en de stad in het avond licht te zien. (Update: van dat goede voornemen komt helemaal niets, omdat het na zonsonder-gang flink begint te regenen en dit de hele avond aanhoudt).

Maandag 22 oktober 2012: Grotta di Nettuno (Neptunusgrot)
De hele nacht blijft het doorregenen en ook tijdens het ontbijt valt nog een flinke bui. Maar als we rond 11:00 uur op pad gaan, is het weliswaar nog steeds zwaar bewolkt, maar droog. Een prima dag om ‘ondergronds’ te gaan en daarvoor rijden we naar de Capo Caccia, een schiereiland zo’n 25 km van Alghero. Het schiereiland herbergt een van Sardiniës grootste en mooiste kalksteengrotten met enorme druipsteenformaties, de Neptunusgrot. We kunnen er met de boot naartoe of te voet over zo’n 650 traptreden (!!) en uiteraard kiezen we voor het laatste…. (later blijkt dat de boot met dit weer niet eens kan varen). De trap volgt de kalkstenen rotswand en geeft spectaculaire uitzichten. We zijn net op tijd voor de uurlijkse rondleiding. We zien prachtige, reusachtige formaties en kristalhelder water, maar de turborondleiding duurt slechts 20 minuten en waar de reisgidsen het hebben over een 2,5 km lang grottenstelsel, gaan we maar enkele ‘meters’ naar binnen. Dat betekent dus al snel weer dezelfde traptreden omhoog en daar krijgen we het natuurlijk warm van. Maar gut, wat valt dat mee! Het begint intussen licht te regenen, dus dat geeft meteen wat verkoeling. Bij de auto zet de regen lekker door, dus een wandeling door het nabijgelegen natuurpark gaat ‘m niet worden. Dan maar weer terug naar ons huisje en de bui afwachten. Daarin blijkt echter maar heel af en toe pauze te komen, dus we kunnen geen kant meer op. Blij met wat we vandaag wel hebben kunnen doen, maar balend van de verloren middag, besteden we die met relaxen en lezen. Fingers crossed dat het morgen beter wordt. 

Dinsdag 23 oktober 2012: Bosa
En of het beter wordt! Hoewel het er gisteren echt niet naar uitzag, is de lucht weer prachtig blauw met hier en daar een flinke stapelwolk. Nog niet te hard juichen dus.
We volgen het Sardische equivalent van de Great Ocean Road (alleen voor Australië-kenners) naar het zuiden, naar Bosa. Het plaatsje heeft een kleurrijk historisch centrum, dat tegen de kasteelheuvel geplakt lijkt te zijn en direct aan de rivier Temo ligt. Daarlangs staan honderden palmbomen en het water van de rivier is als een spiegel, zo glad. We slenteren wat door de mooie straatjes en lunchen er uitgebreid. Bosa staat bekend om het borduur- en kantwerk en inderdaad zien we hier en daar oude vrouwtjes in hun deuropening borduren. Meteen willen ze ons hun waren aanbieden, maar het is niet onze smaak en oeps, aan onze moeders denken we dan ook weer niet…. Na nog wat uitzichtpunten opgezocht te hebben, o.a. vanaf het kasteel (of wat daar van over is), is het weer tijd om terug naar Alghero te gaan. Aangezien het over pakweg anderhalf uur al donker begint te worden, kunnen we niet meer door het binnenland, maar moeten we dezelfde kustroute terug nemen. Onze hoop is dan nog gevestigd op een fraaie zonsondergang hier aan de westkust, maar helaas legt de bewolking nu dan toch beslag op de zon. Van ons mag het, wij hebben er de hele dag al van kunnen genieten!

Woensdag 24 oktober 2012: Kliffen en albino-ezels
Deze laatste dag in het noordwesten is weer een hele fraaie met een lekker temperatuurtje (23-27 graden). We willen vandaag een beetje het binnenland in, want daar hebben we nog niet veel van gezien. Maar eerst rijden we weer naar Capo Caccia voor wat uitzichten. Toen we daar twee dagen geleden waren, was het immers zwaar bewolkt en konden we niet veel zien. Nu met dit heldere weer zien we pas hoe mooi de baai is. We rijden zelfs even helemaal naar de trappen naar de Neptunusgrot om te kijken of het plaatje nog mooier wordt met het zonnetje erbij. Kunnen we toch weer 60 treden bij de telling van eergisteren optellen...
De volgende stop is het nabije natuurpark Parco Regionale di Porto Conte, dat we eergisteren ook moesten overslaan. Het is met 12 km² maar klein, maar er schijnen veel dieren rond te lopen, zoals 'wilde' paarden, herten, (albino-)ezels en wilde zwijnen. We kunnen een deel met de auto doen en daarvandaan korte wandelingen maken. De klim naar de 361 meter hoge bergtop slaan we dit keer fijntjes over, maar een wandeling naar de kliffen doen we wel. Al vrij snel zien we een groepje paarden van strobalen eten. Ahum, 'wild' dus... De rest van de heenweg zien we geen dieren meer, maar we denken ze wel te horen en sporen zijn er genoeg. Gelukkig krijgen we een herkansing omdat we dezelfde weg terug moeten; dan zien we in de verte een hertje staan en van heel dichtbij ineens een paar ezels, waaronder een albino. Wij helemaal blij en gelukkig, maar van de parkwachter horen we dat er  'molto' albino's rondlopen.
Het is alweer 15:30 uur als we het park weer uitrijden en echt door het binnenland gereden zijn we helemaal niet. Dan maar via een toeristische route terug naar ons huisje en ons opmaken voor een avondje Alghero. Vanavond gaan we écht...

Donderdag 25 oktober 2012: Naar Dorgali
Het weer is te mooi om de hele dag in de auto te moeten zitten, maar ja, zo zijn de plannen voor vandaag nu eenmaal. We steken het eiland helemaal over naar het bergstadje Dorgali, aan de oostkust. We nemen uiteraard een beetje de toeristische route om wat van het binnenland te zien, maar dat neemt wel veel tijd in beslag. En zoals we al eerder hadden ervaren, komen we ook geen gelegenheden tegen om even rustig te pauzeren, dus we moeten ons eigen rustmoment creëren.
We zien het groene, relatief vlakke noordwesten via de hoogvlakte in het midden van het eiland, veranderen in het meer grillige, bergachtige oosten. Dorgali zelf ligt op ongeveer 400 meter hoogte tegen een heuvel, aan de voet van het witgrijze Sopramontemassief. Dat heeft pieken tot wel 1463 meter. We moeten even omschakelen; de zee is wat verder weg, er is dus geen gezellige boulevard of haven voor een avondwandeling, en het kost wat meer moeite om de omgeving te verkennen. Maar al snel merken we nog een belangrijk verschil met Alghero: het is hier ’s avonds een stuk frisser! Is die pyjama dus niet voor niets meegekomen. Het ruime appartement dat de komende dagen ons thuis hier is, heeft iets weg van een Ridderzaal en ligt op de bovenste etage van een klein complex met fraai uitzicht over het stadje en de bergachtige omgeving. Nadat we onze spullen gedropt hebben, doen we een boodschap en kunnen we dankzij de aanwezigheid van een oven onze thuistraditie voortzetten: donderdag patatdag!

Vrijdag 26 oktober 2012: Orgosolo
Voor het eerst deze vakantie trekken we een lange broek aan en gaan we niet weg zonder vest of fleece. De weersverwachting voor vandaag is niet al te best, maar uit de dreigende lucht (wat een verschil met gisteren!) valt vooralsnog geen regen. De fraaie witte stranden met azuurblauwe zee waar deze omgeving om bekend staat, zullen onder deze omstandigheden vast niet tot hun recht komen, dus besluiten we naar het dorp Orgosolo te gaan, zo’n 50 minuten rijden vanaf Dorgali. Het dorp is bekend vanwege de meer dan honderd politiek getinte muurschilderingen (‘murales’) die de afgelopen 30 jaar zijn aangebracht. De associatie met ons bezoek aan zo’n zelfde dorp in Canada is zo gemaakt, dus we hebben er zin in. De weg er naartoe is al prachtig omdat we rakelings langs de Sopramonte rijden.
In Orgosolo zelf komt in eerste instantie een nieuw motto bij ons op: “Reizen is….steeds weer je verwachtingen bijstellen”. We rijden het dorp weer uit voordat we er erg in hebben en langs slechts een handvol schilderingen. Dat kan niet kloppen, dus we keren om. Waar is het toeristencentrum dat ons met een plattegrond de weg langs al die schilderingen wijst? Niets van dit alles. We parkeren dan maar ergens de auto en gaan zelf op pad. Bij toeval zien we in een oud straatje een schildering en als we dat straatje omhoog blijven volgen, volgen er meer. Maar nog steeds geen honderd. We dwalen wat door dit oude centrum en komen dan heel toevallig uit op de hoofdstraat van het dorp waar op vrijwel elke gevel een schildering is aangebracht. Aha, hier dus. Dachten we eerst gedesillusioneerd met een uurtje weer vertrokken te zijn, weten we ons toch nog bijna drie uur in Orgosolo te vermaken. Inderdaad moeten verwachtingen soms bijgesteld worden.

Zaterdag 27 oktober 2012: Cala Gonone
De dag begint vrij zonnig, maar we weten dat we regen kunnen verwachten. We pakken dus wat we pakken kunnen, maar houden het dichtbij huis. Cala Gonone is de toeristische kustplaats van Dorgali. Het ligt zo’n 10 km verderop, achter de heuvel waartegen Dorgali is gebouwd. We zouden er een glimp van de prachtige stranden met het azuurblauwe water moeten kunnen opvangen; het betere werk is alleen bereikbaar per boot of te voet, na een urenlange wandeling.
De doodlopende kustweg voert tot boven Cala Fuili, een kleine baai met een rotsachtig strandje en inderdaad een paar mooie turkooizen vlekken in het water. We zien ook waar deze kust nog meer geliefd om is: aan de wanden van dit baaitje wordt ijverig geklommen, zelfs door kinderen. En hoewel de temperatuur met zo’n 19 graden prima is, is voor ons een duik in het mooie water – zoals enkelen doen - toch iets te optimistisch. Inmiddels hebben zich ook donkere wolken boven de kust verzameld en voelen we de eerste druppels.
In Cala Gonone eten we een ijsje om de bui af te wachten. Het dorp is stil buiten het hoogseizoen en als het weer niet zo best is. Bij vlagen breekt de zon fantastisch door en lopen we over het strand of bij het haventje, op andere momenten zijn de wolken dreigend en bijna zwart. Wie had gedacht dat ook dat prachtige plaatjes kan opleveren?

Zondag 28 oktober 2012: Omgeving Dorgali
Storm en regen houden Sardinië in hun greep. Waar we aan regen de afgelopen twee dagen al een beetje gewend raakten, komt daar in ieder geval vandaag een flinke storm bij. De hele nacht al ging het hevig te keer. Volgens de voorspellingen wordt het ineens niet warmer dan een graad of 10. Koude poollucht weet ook Sardinië te bereiken. En hoewel het slechte weer is opgetreden sinds we in Dorgali zitten, gaat ‘gelukkig’ het hele eiland er gebukt onder. Maar wat een verschil; precies een week geleden was het nog 30 graden! 
Het voordeel van harde wind is dat de wolken snel weggeblazen worden. Vanochtend is dan ook weinig meer over van de donkere lucht van gisteren; het is prachtig zonnig, maar dus heel erg koud. Spijkerbroek, trui en fleece komen er aan te pas; sjaal, muts en handschoenen waren ook geen overbodige luxe geweest. We blijven lekker dichtbij huis vandaag en rijden nog wat wegen die we eerder bereden hebben, maar nu stoppen we voor mooie plaatjes van de op hun retour zijnde  wijn- en olijfboomgaarden en de bergen om ons heen. En hoewel de lucht ook later weer betrekt en er af en toe wat regen valt, blijft er toch de hele dag ook een flinke strook blauwe lucht zichtbaar. ’s Middags blijven we ‘lekker’ binnen in ons koude, tochtige appartementje. Met onze jassen aan en druipende neuzen lezen we halve boeken weg en warmen we ons op aan thee, popcorn en een 'hete' maaltijd. Morgen naar het zuiden…..de warmte tegemoet??

Maandag 29 oktober 2012: Naar Soleminis
De route over de SS125 tussen Dorgali en Cagliari is wonderschoon en zit vol verrassingen. Paarden, koeien, schapen, geiten en zelfs varkens zijn onze medeweggebruikers. Het eerste stuk tot aan Tortoli gaat op hoogte en biedt prachtige uitzichten. Door de hoogteverschillen varieert de temperatuur van vier graden (!) op de Salinaspas, op 1017 meter hoogte, tot een comfortabele 16 graden met een heerlijk zonnetje. En hebben we nou ook wat sneeuwspatten zien liggen?!
Zo’n bergroute is mooi, maar gaat natuurlijk niet erg snel. In het havenstadje Arbatax, op ongeveer een derde van de route, pauzeren we even. Het plaatsje is bekend om zijn rode rotsen en is doorgaans erg toeristisch, maar nu ook uitgestorven. Na Arbatax kunnen we voor het grootste deel de autoweg volgen en omwille van de tijd doen we dat ook maar. Rond een uur of vijf zijn we in Soleminis, een door wijn- en olijfboomgaarden omringd gehucht op ongeveer 20 minuten van Cagliari. Hier zitten we in het huisje van een van oorsprong Nederlandse eigenaresse. We droppen onze spullen en doen in het donker een boodschap. De rest van de avond houden we het rustig. En nu we weer eens internet tot onze beschikking hebben, komen we die prima door.

Dinsdag 30 oktober 2012: Nuraghi-complex Su Nuraxi
We duiken het binnenland ten noorden van
Soleminis in. Dit deel van het binnenland wordt Marmilla genoemd. Het is ruig, dor en boomloos en daardoor zeer dun bevolkt. Te midden ervan ligt het plaatsje Barumini, waar het belangrijkste nuraghi-complex van Sardinië te vinden is. Nuraghi’s zijn grote ‘verdedigingstorens’, waarvan er op Sardinië zo’n 7000 staan. Ze zijn er neergezet door een volksstam, waarvan niet meer bekend is dan dat die zo’n 2000 jaar voor Christus actief was. De meeste nuraghi’s (torens) staan solitair en kom je geregeld tegen als je door Sardinië rijdt. Andere, zoals het Su Nuraxi-complex in Barumini, bevatten overblijfselen van meerdere torens en ook bijbehorende woonhutten. De totstandkoming van zo’n complex duurde vaak eeuwen; zo is Su Nuraxi gebouwd over een periode van maar liefst 1000 jaar.
“For our safety” kunnen we het complex alleen onder begeleiding van dichtbij bekijken. Het arme meisje spreekt geen woord over de grens en deelt ons de informatie in het Engels uit. Kunnen we zelf lezen wat zij in het Italiaans vertelt. Bij ons in het groepje zitten alleen nog drie Engelsen, die weer een aardig woordje Frans kennen. Zo kunnen zij met hun Frans en wij met ons Spaans toch aardig wat van het Italiaanse verhaal volgen; lachwekkend hoe we met z’n allen het Italiaans staan te vertalen voor elkaar. De rondleiding neemt ons – zeer verrassend - letterlijk het complex mee in en nu begrijpen we ook de “safety”, want er zitten wat nauwe gangen en trappen tussen. We zijn onder de indruk en kunnen weer een Unesco Werelderfgoed aan ons lijstje toevoegen.